ENGINE-elektra: Elektriciteit en drinkwater in balans

De Drinkwaterwet vereist dat de temperatuur van drinkwater aan de tap niet hoger is dan 25°C. Een hogere temperatuur is nadelig voor de kwaliteit van het drinkwater. Opwarming van drinkwater kan plaatsvinden door klimaatopwarming, maar ook door aanwezigheid van warmtebronnen in de ondergrond. De komende jaren zal een verdergaande elektrificatie van diverse sectoren plaatsvinden. Netbeheerders elektra leggen momenteel veel nieuwe kabels aan en hebben ambities om de komende jaren het aanlegtempo te verhogen. Daarbij worden kabels zwaarder belast, waarbij warmteafgifte naar de omgeving toeneemt, met een mogelijke negatieve consequenties voorde drinkwaterkwaliteit.
Deze ontwikkelingen maken het belangrijk om de impact van elektrificatie op de drinkwatertemperatuur beter te onderzoeken. Tussen 2020 en 2023 is hiervoor het TKI-project ENGINE uitgevoerd, waarbij inzicht is verkregen in de invloed van warmtenetten op de drinkwatertemperatuur. Dit project vormde de basis voor de overeenkomst die Energie Nederland en Vewin op 24 juli 2024 tekenden, waarin afspraken zijn vastgelegd over de afstand tussen ondergrondse warmtenetten en drinkwaterleidingen. In het vervolg van het eerdere TKI-project Engine willen Netbeheer Nederland en Vewin gezamenlijk verkennen wat de mogelijke impact is van verdergaande electrificatie op de drinkwatertemperatuur, en gezamenlijk werken aan een handelingsperspectief.
Doel van het project
Het project beoogt inzicht te bieden in de bijdrage van elektriciteitskabels aan de toename van de drinkwatertemperatuur bij de klant in overeenkomen maatgevende scenario’s.
Resultaat
Het directe resultaat van dit project zijn tabellen met de berekende additionele opwarming van drinkwater aan de tap. Deze zijn opgesteld voor verschillende configuraties distributieleidingen elektriciteit (midden- en laagspanning) en op verschillende afstanden tot drinkwaterleidingen. Deze tabellen maken het mogelijk om de verwachte kans op opwarming bij de klant te toetsen op basis van eisen aan de drinkwaterkwaliteit.
De basis voor deze tabellen is een afstemming tussen netbeheerders elektra en drinkwaterbedrijven over de maatgegevende situaties en scenario’s die beschouwd moeten worden (inclusief een inschatting van toekomstige relevante ontwikkelingen), wat de opzet van de rekenmodellen is en welke uitgangspunten worden gehanteerd bij de wijze van vaststellen van de toelaatbare opwarming van drinkwater. Door in een vroeg stadium deze afstemming te maken, kunnen na afronding van het project op korte termijn afspraken tussen de sectoren elektriciteit en drinkwater worden gemaakt. Een belangrijke nevenopbrengst is dat beide sectoren gezamenlijk optrekken in het vinden van oplossingen voor mogelijke conflicten in ondergronds ruimtegebruik. Hiermee wordt het vertalen van de opbrengsten van dit project naar sectorafspraken bevorderd.

Activiteiten
De volgende activiteiten zijn voorzien:
- Zicht krijgen op verschillende systemen Elektriciteitskabels, resulterend in maatgevende scenario’s (configuratie, afstand en belasting in veelvuldig voorkomende praktijksituaties), voor de huidige en toekomstige situatie
- Aanpassen van het bestaande bodemtemperatuurmodel: maatgevende liggingsscenario’s voor E vertalen naar opwarming van de ondergrond
- Validatie modelresultaten aan metingen van de bodemtemperatuur
- Berekening van opwarming drinkwater voor maatgevende scenario’s
- Afstemming met stakeholders.
- Rapportage
In dit project zal ook een partner uit de elektriciteitssector deelnemen en haar expertise inzetten. Hiervoor zal de elektriciteitssector een partij selecteren.
Beoogde impact
- Het project richt zich op maatschappelijke uitdagingen waaronder de energietransitie, de ordening van netwerken in de drukke ondergrond en het voorkomen van onwerkbare situaties, met bijzondere aandacht voor de veiligheid van drinkwater.
- Het (vlot) oplossen van netcongestie in afstemming met ander gebruik van de ondergrond combinatie draagt bij aan de economische kracht van Nederland.
- Verspreiding en ontsluiten van kennis vindt plaats door inhoudelijke en strategische afstemming tussen de leektriciteit- en drinkwatersector. Het voorstel draagt bij aan ketenbrede samenwerking, sectorafspraken en wederzijds begrip van partijen in de ondergrond.
- De opgebouwde expertise betreft kennis over processen in de ondergrond en de beïnvloeding van ondergrondse infrastructuur. Nederlandse kennis is hier uniek op mondiale schaal.
Producten worden publiek beschikbaar gesteld. Uiteindelijk vindt doorvertaling plaats naar nationale programma’s over samenwerken in de ondergrond (zoals het interdepartementaal programma Bodem, Ondergrond en Grondwater) en relevante normen (NEN 7171 en NEN 3654).
- KWR Water Research Institute
- Netbeheer Nederland
- Brabant Water
- Dunea
- Evides
- PWN
- Oasen
- Vitens
- Waterbedrijf Groningen
- Waternet
- WMD
- WML
Ralph Beuken, KWR Water Research Institute
ralph.beuken@kwrwater.nl
030 6069 758